Souvenirs. Herman Brood, de schilder - Jan Donia
74,95
IN 1985 begon Herman Brood (1946-2001) te schilderen. Hij deed dat in het razend snelle tempo waarin hij leefde. In een periode van zestien jaar heeft hij meer dan vijfduizend schilderijen gemaakt. Dat gebeurde buiten het gevestigde kunstcircuit dat hem beschouwde als een outcast. 'Ten onrechte',stelt de criticus Jan Donia vast. 'Brood verdient een plaats in de beeldende kunst'. Een jaar na zijn dood is een tentoonstelling in het Cobra museum een eerste blijk van erkenning.
In 'Souvenirs. Herman Brood, de schilder' zoekt Donia naar een verklaring voor de bijzondere relatie die de kunstenaar had met zijn schilderijen. Opgejaagd door een bizarre energie pleegde Brood voortdurend abortus op zichzelf. Hij leefde als een lavastroom, hij schilderde als een straaljager. Ondanks het gevolg dat hem omringde was hij eenzaam, als mens en als talent. 'Nobody loves me', schreef hij in 1999 op een doek. Zelf compenseerde hij dat. Hij had een grote eigenliefde. Duizenden keren heeft hij zichzelf afgebeeld in tekeningen en schilderijen. Koning in zijn eigen rijk. Een legendarische tijdgenoot.