Zwolle en Brood

Bij de Herman Brood Experience geven we je graag een inkijkje in het legendarische leven van de in 2001 overleden zanger en schilder. Maar je kunt ook gewoon een rondje door het Zwolse centrum lopen, want je stuit op genoeg plekken die bepalend zijn geweest voor de artistieke ontwikkeling van Brood.

 

Rijks HBS – Bagijnesingel

Na zijn lagere schooltijd ging Herman naar de HBS aan de Bagijnesingel. Na twee relatief rustige jaren ging het in het derde jaar mis. Herman ging voorwaardelijk over en kreeg tot Kerstmis de kans om zich te bewijzen. Omdat Herman in de ogen van de schoolleiding ernstig in gebreke bleef, zat hij na de Kerstdagen weer in de tweede klas. Het ging nu van kwaad tot erger, want Herman bleef opnieuw zitten en de schoolleiding stuurde hem van school af. Een trend was gezet.….

 

Het Refter – Bethlehem Kerkplein

Nadat hij twee keer was blijven zitten op de Rijks HBS ging Herman Brood van 1962 tot 1964 naar de Handelsdagschool HBS-A, toen gevestigd in het Refter op het Bethlemkerkplein. Het Refter maakte vroeger onderdeel uit van het Bethlehemsklooster, waartoe ook de nabijgelegen kerk (de Proosdij) behoorde.

Maar Herman verveelde zich ook op deze school en kroop dikwijls met zijn tekenspullen uit het raam om zich op de Potgietersingel bezig te houden met het maken van tekeningen en schetsen.

Leuk weetje: vlakbij de school zat ‘de Spinne’, een cafetaria inclusief jukebox en rock-‘n-roll-muziek waar Herman in het begin van zijn tienerjaren veel kwam, samen met vriend Hans la Faille.

 

Sassenpoort

In het midden van ons landje
ligt een stad die zééér bekoort
’t is het kleine stadje Zwolle
met zijn Sassenpoort

Een van de eerste liedjes die Herman op school leerde en dat hij op latere leeftijd nog menigmaal ten gehore heeft gebracht. De Sassenpoort vormt samen met de Peperbus het visitekaartje van de Hanzestad Zwolle. Deze in 1406 gebouwde stadspoort heeft als enige poort de tijd overleefd, zij het dat de huizenrij links van de poort is weggebroken ter wille van de verkeersveiligheid en dat de bijbehorende buitenpoort in 1839 is gesloopt. Op de Sassenpoort bevindt zich een neogotisch klokkentorentje uit het eind van de negentiende eeuw.

 

Potgietersingel

Zwolle is een oude vestingstad, zoals op de huidige plattegrond nog steeds te zien valt. De bastions, de vooruitgeschoven verdedigingsposten van de stad, werden later, toen een ieder de belachelijkheid van deze vorm van stadsverdediging inzag, ingericht als wandelparken.

 

 

De Potgietersingel is zo’n fraaie locatie, waar de moderne stedeling kan recreëren. Voor Herman was dit zijn favoriete plek, als hij zich weer eens verveelde bij al die theorielessen op de Handelsdagschool en hij met zijn tekenspullen het raam uitkroop om er ongestoord te kunnen tekenen.

Het park dankt zijn naam aan de in Zwolle geboren dichter en zakenman Everhard Jan Potgieter (1808-1875). Deze gezaghebbende literator was mede-oprichter en redacteur van het literaire tijdschrift ‘De Gids’. Ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag werd besloten een borstbeeld van hem te plaatsen en het park naar hem te vernoemen.

 

Wientjes

"Het kamermeisje is op iets gestuit. Ik kan geen andere verklaring bedenken. Of het zou moeten zijn omdat ik de hele minibar had opgemaakt. Maar nee, daar zouden ze juist blij mee moeten zijn. Ik ging er niet van uit dat ze in mijn kamer zouden rondneuzen.

Ik heb een tekening voor die directeur gemaakt. Ik vraag me alleen af of-ie wel mooi genoeg is om hem de juiste dosis pijn te bezorgen. Het cadeau moest mooi genoeg zijn om bij hem de twijfel op gang te brengen. Dat hij zichzelf een minuutje of wat kan verneuken, waarin hij denkt dat hij het bij het rechte eind had, maar dat hij de volgende seconde denkt: God, het is toch wel een aardige knul. en dan: Had ik er nooit uit moeten sturen. Om hem de volgende seconde te laten denken: ben ik nou een lul? Bibberend. Dan is het geregeld. Dat is zo’n venijnig strijdmiddel, uit de Bijbel, iemand ‘de andere wang’ toekeren.)"

 

Bovenstaand citaat heeft betrekking op een feit uit juli 1994, toen Herman Brood uit hotel Wientjes gezet werd. Ongeveer vanaf zijn twintigste had Herman geen thuis meer in Zwolle. Hij zwierf door het hele land (later vanuit zijn standplaats Amsterdam) en zijn ouders waren verhuisd naar Assen, waar zijn vader een café had overgenomen. Herman kwam regelmatig in Zwolle op bezoek bij vrienden en logeerde dan in één van de Zwolse hotels. Soms zat hij in hotel Fidder, dan weer in hotel Wientjes.

In Wientjes kwam Herman in 1994 terecht op een sentimental journey met vriend en biograaf Bart Chabot. Herman zei altijd dat wie hem echt wilde leren kennen naar Zwolle moest komen. ‘Op elke straathoek ligt een herinnering aan mijn jeugd’ zei hij dan.

Per step en vouwfiets gingen Herman en Bart daar langs en beide heren hadden het zo naar hun zin dat ze een nachtje wilden bijboeken. De toenmalige directeur van Wientjes stak hier echter een stokje voor, omdat er wat ongerechtigheden (naalden etc.) op de kamer van de heer Brood waren gevonden. Herman en Bart werden verzocht om het hotel te verlaten.

 

Herman besloot een schets van Beatrix te maken en deze persoonlijk aan de directeur te overhandigen om hem daarmee zijn ongenoegen nog eens extra in te peperen. Deze tekening is (met de directeur) verdwenen. In het gastenboek is nog een andere schets van Herman (‘met maitresse’) te aanschouwen, blijkbaar uit betere tijden.

 

Nieuwe Buitensoos

Dat is de Buitensociëteit, waar ik als kind veel heb gespeeld. Toen ik een jaar of vier was, had ik een vriendje. Ja, dit gaat heel ver terug. Zijn vader was directeur van de schouwburg. Annex bioscoop. Wij mochten er altijd gratis in. Zo zagen we sommige films wel acht keer. ….

Eens in de zoveel tijd waren er modeshows, doordeweeks, ’s middags. Geweldig! Wij hadden een deur van de dameskleedkamer ontdekt, waar je door het sleutelgat naar binnen kon kijken….

Zo zagen we die zich ontkledende dames. Een kijkdoos. Die vrouwen, hoe ze hun kousen vastmaakten. Jarretels. Ik heb dagen, nee weken… O, ik heb zoveel tijd voor dat gat versleten. High times. Om de tien tellen mocht de ander weer, bij toerbeurt. Had je tranen in je ogen van de tocht door dat gat.’

Voordat de Nieuwe Buitensociëteit kwam, stond hier de (Oude) Buitensociëteit. Herman had een vriendje, wiens vader op een bepaald moment opklom tot manager van de ‘Buitensoos’. Herman en zijn vriend Fransje hebben hier een gedegen filmkennis aan overgehouden, want op zondagmiddagen waren zij veelvuldig te vinden onder de filmgasten van Fransje’s vader. Robinson Crusoë hebben ze naar Hermans zeggen wel twaalf keer gezien, waardoor ze hele scenes konden naspelen.

Tegenwoordig is de Nieuwe Buitensociëteit een multifunctioneel vergader- en uitgaanscomplex.

 

 

NS station

‘De Nederlandse Spoorwegen? Geen kwaad woord. Top. Men doet echt zijn uiterste best om het de klant naar de zin te maken. Leuke pakjes aan. Hij ging verkleed als blauwe padvinder. Hiermee hoopt men de agressie te ontmoedigen, hè. Dat een voetbalsupporter denkt: Ach god, wat doe ik eigenlijk gek. Er is voor de Nederlandse Spoorwegen een grote toekomst weggelegd. Ik voel het helemaal aankomen.’

Een rijbewijs was niet aan Herman besteed, waardoor hij was aangewezen op zijn twee favoriete vervoermiddelen: taxi en trein. Herman Brood was een groot promotor van de Nederlandse Spoorwegen, hoewel hij zich niet altijd als een voorbeeldig reiziger gedroeg. Hij had de gewoonte om zonder vervoersbewijs te reizen. Conducteurs wist hij diverse keren voor zich te winnen door in plaats van een vervoersbewijs een schets of tekening te overhandigen.

 

Peperbus

‘Ik kom uut Zwolle, vette pech’

Een lijfspreuk van Herman Brood die in Zwolle nooit zijn draai heeft kunnen vinden, maar zijn roots niet verloochende. Kenmerkend hiervoor zijn de schetsen die hij maakte van zichzelf met op de achtergrond de Peperbus, het meest markante symbool van de stad Zwolle.

De Peperbus dankt zijn naam aan de karakteristieke dakbedekking die hier in 1828 werd aangebracht. De toren zelf stamt al uit het eind van de vijftiende eeuw. Oorspronkelijk zou de toren nog verhoogd worden met een achtkantige lantaarn, maar de toenmalige aannemer ging er met een aanzienlijk voorschot vandoor, waardoor dit plan niet doorging.

Tegenwoordig is de toren eigendom van de gemeente Zwolle en zijn er op gezette tijden mogelijkheden om de toren te beklimmen en te genieten van een prachtig uitzicht over de Hanzestad Zwolle.

 

Hans La Faille

In hun tienertijd kwamen Herman Brood en Hans Lafaille vaak in ’t Keldertje aan de Voorstraat. Hier gingen Hansje en Hermanus op jacht naar vrouwelijk schoon, waarbij Hansje trouwens aanzienlijk succesvoller was dan Hermanus.

Een andere horecagelegenheid die halverwege de jaren 60 van de 20e eeuw populair was bij Herman en zijn vrienden, was dancing Dijkhoff aan de Harm Smeengekade.

In de periode 1973-1978 kwam Herman wekelijks over de vloer bij cafe bar Old Inn in de voorstraat, waar Ivo de Lange toen eigenaar was. Herman haalde hier een drankje, maakte een paar tekeningen en leende wat geld van Ivo. Dat waren de vaste rituelen. Twee deuren verder aan de Voorstraat zat Bar Dancing In den Herberg, later de Circle Bar geheten. Hier heeft Herman verschillende keren opgetreden met zijn band Wild Romance.

 

Provinciaal Overijssels Museum

Herman en zijn vriend Hans waren trouwe bezoekers van het toen nog Provinciaal Overijssels Museum (POM) en natuurmuseum (nu het Stedelijk Museum Zwolle). Herman scheen zich daar alleen niet zo braaf te gedragen; hij zat overal aan tot ergernis van de medewerkers van het POM. Hans trad dan op als oudere broer van Herman om hem op zijn vingers te tikken.

 

Maagjesbolwerk

Voordat in 2002 het huidige Maagjesbolwerk verrees was hier aan het Rode Torenplein het Zwols Popfront gevestigd. Hier bevonden zich de studio’s waar popmuzikanten konden oefenen en opnemen.

 

In één van deze studio’s heeft Herman Brood in 1992 zijn medewerking verleend aan een jubileum CD ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de stichting. Hij heeft hier een speciale versie van het nummer ‘I don’t need you’ samen met een aantal Zwolse muzikanten opgenomen. Van de CD heeft de Stichting Zwols Popfront nog een beperkt aantal door Herman zelf gesigneerde CD’s.

 

Poppodium Hedon

Hedon is het podium voor muziek in Zwolle, de belangrijkste locatie voor de popcultuur in de stad. Veel van wat de Zwolse muziekscene in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw voorbracht kwam hier samen: Hans la Faille, Herman Deinum en natuurlijk ook Herman Brood. Hoewel zijn muziekcarrière niet vanuit Zwolle startte, kwam Herman er vaak terug en er zijn unieke opnamen gemaakt. In 1998 trad Herman voor het laatst op in Hedon.

Ook zijn bronzen borstbeeld is te vinden in het poppodium, eerst trouwens nog buiten en pas later binnen. Eigenaar Ivo de Lange vond het namelijk niet fijn dat het beeld buiten voor de ingang stond, in verband met brons- en koperdieven. Nu staat Herman veilig binnen.

Leuk weetje: het borstbeeld van Herman zou eerst op het Grote Kerkplein geplaatst worden na zijn dood, maar de gemeente was het daar niet mee eens.

 

Belastingkantoor

‘Ik ben een groot voorstander van het betalen van belastingen. Dankzij die belastingen, neem ik aan, kunnen we een land als Nederland overeind houden. Het is ook geen onwil van me, maar de zelftucht ontbreekt mij om dat geld als particulier ondernemer steeds terzijde te leggen.’

Herman had een unieke deal met de Belastingdienst. Hij vertelde altijd dat hij geen geld verzamelde maar anekdotes. Zijn financiële boekhouding was een complete chaos en het was dan ook ondoenlijk om hieruit een realistische belastingaangifte te destilleren.

Om dit belastingtechnische delict te compenseren, werd Herman jaarlijks een aantal dagen ‘vastgehouden’ door de Belastingdienst met de opdracht om tekeningen, schetsen en andere kunstwerken te produceren. Deze werden vervolgens beschouwd als belastingaangifte in natura.

 

Café Stroomberg

Hier keek ik altijd met mijn vader naar het WK-voetbal, vroeger. Zo’n klein toestelletje. Zat je met z’n allen te turen. Je had toen alleen televisie in café’s en, zoals gezegd, bij prostituees.

Café Stroomberg is een echt Zwols café, gelegen aan de Brink, met uitzicht op de Stadsgracht en de huizen van Noordereiland. Vader en zoon Brood kwamen hier regelmatig.

Het café oefende een grote aantrekkingskracht uit op pa Brood, zozeer zelfs dat hij na een triest einde van de NV Brood besloot om elders een café te gaan runnen. De familie verhuisde naar Assen en nam haar intrek boven café Spoorzicht. Ook Herman heeft in het café bij tijd en wijle hand- en spandiensten verricht.